Overslaan en naar de inhoud gaan
x
EY

Wie mag mijn buitenlandse inkomsten belasten?

Dubbele belasting: een schrik van velen van zodra er sprake is van inkomsten uit een ander land dan het woonland. Hoewel het risico op dubbele belasting blijft bestaan, biedt een dubbelbelastingverdrag in veel gevallen soelaas. Hieronder zetten wij bepaalde aandachtpunten omtrent de werking van deze dubbelbelastingverdragen op een rij.

Dubbele belasting?

Wanneer u zich in een internationale situatie bevindt en iedere lidstaat afzonderlijk zijn recht om belasting te heffen uitoefent, kan er in bepaalde gevallen sprake zijn van een dubbele belasting op eenzelfde inkomen. U krijgt immers te maken met twee landen die elk hun eigen nationale fiscale regels op een bepaald inkomen toepassen.

Om die reden sluiten de meeste lidstaten internationale overeenkomsten – de zogenaamde dubbelbelastingverdragen – af waarin men afspraken maakt over welke land de bevoegdheid krijgt om een bepaald inkomen te belasten teneinde dubbele belastingen te vermijden. Deze dubbelbelastingverdragen koppelen de belastingbevoegdheid vast aan de kwalificatie van een inkomen. Per type inkomen (bv. beroepsinkomen, pensioen, roerende en onroerende inkomsten) komt de heffingsbevoegdheid toe aan één van de betrokken verdragsstaten.

Noteer dat een dubbelbelastingverdrag geen nieuwe belasting invoert maar enkel de toekenning van de heffingsbevoegdheid organiseert, en dit aan ofwel de woonstaat van de belastingplichtige, ofwel de bronstaat van het desbetreffende inkomen. Het land aan wie de heffingsbevoegdheid toekomt, zal belastingen mogen heffen. Of het heffingsbevoegd land effectief belastingen heft over het betrokken inkomen zal afhangen van de nationale fiscale regels van dat land. Door de werking van de dubbelbelastingverdragen kan het zijn dat de woonstaat exclusieve bevoegdheid krijgt voor het belasten van een inkomen, waardoor de bronstaat in een volledige vrijstelling moet voorzien. Ook is het in bepaalde gevallen mogelijk dat zowel de woonstaat als bronstaat samen bevoegd zijn (geen exclusieve bevoegdheid), waardoor elk land een gedeelte van het inkomen mag belasten. Het bestaan van een verdrag betekent dus niet automatisch dat je maar in één land belasting moet betalen.

Zoals reeds gemeld is het niet zo dat een heffingsbevoegd land steeds belastingen heft. Het is namelijk mogelijk dat ingevolge het intern recht van dat land er uiteindelijk toch geen belastingheffing zal plaatsvinden. Een dubbelbelastingverdrag legt met andere woorden geen plicht op tot het heffen van belastingen. Hoe een land uitwerking geeft aan de heffingsbevoegdheid dat het verkrijgt op grond van het verdrag, komt dus toe aan de landen zelf.

Een voorbeeld: op basis van het huidig dubbelbelastingverdrag tussen België en Nederland blijkt dat België bevoegd is om de vermogensbelasting te heffen op het vermogen van haar inwoners. België kent echter (nog) geen vermogensbelasting in haar intern recht waardoor België bijgevolg geen vermogensbelasting zal heffen.

Het verdrag bepaalt evenmin op welke wijze de belasting geheven moet worden. De landen zijn hier vrij in zolang de interne bepalingen niet in strijd zijn met het verdrag. De regels van het internationale verdrag hebben immers steeds voorrang op het interne, nationale recht van beide betrokken landen. Dit maakt dat beide landen zich moeten houden aan de bevoegdheidsregels die ze samen hebben vastgelegd, ongeacht of het interne recht iets anders bepaalt.

Impact progressievoorbehoud

In de door België ondertekende dubbelbelastingverdragen werd de zogenaamde “vrijstelling met progressievoorbehoud” opgenomen als methode om de vrijstelling te verlenen vanuit een Belgisch standpunt. Dit wil zeggen dat de inkomsten niet worden belast in het land dat de vrijstelling moet verlenen (in casu België), maar dat de inkomsten in datzelfde land (België) wel in aanmerking worden genomen om te bepalen aan welke progressieve aanslagvoet de overige (niet vrijgestelde) inkomsten zullen worden belast. U wordt met andere woorden belast overeenkomstig de belastingschijf waarin u zou vallen indien de vrij te stellen buitenlandse inkomsten ook Belgische inkomsten zouden zijn geweest.

Een praktisch voorbeeld: U ben Belgische rijksinwoner. U verdient € 10.000 belastbaar inkomen in België en verdient eveneens € 10.000 belastbaar inkomen in Frankrijk dat ingevolge het dubbelbelastingverdrag moet worden vrijgesteld in België. De Belgische belastingschijven zijn de volgende voor aanslagjaar 2023 (inkomstenjaar 2022):

Belastingschijf Inkomensschijf Tarief belasting
Schijf 1 € 0 tot €13.870 25%
Schijf 2 € 13.870,01 t/m € 24.480 40%
Schijf 3 € 24.480,01 t/m € 42.370 45%
Schijf 4 Meer dan 42.370,01 euro 50%

Indien er geen progressievoorbehoud van toepassing zou zijn, betaalt u in België 25% op € 10.000. De € 10.000 vanuit Frankrijk, zou u als Belgische rijksinwoner uiteraard wel moeten aangeven in uw aangifte in de personenbelasting, maar zou zonder progressievoorbehoud worden vrijgesteld en daarmee is de kous af.

Indien daarentegen het progressievoorbehoud van toepassing is, dient de vrij te stellen € 10.000 vanuit Frankrijk mee in rekening te worden genomen, bovenop uw € 10.000 Belgische inkomsten, om het belastbaar tarief te bepalen. Bijgevolg zal een deel van uw inkomen belast worden in schijf 2 aan 40%. Na deze berekening vindt er een belastingvermindering plaats, gelijk aan het gedeelte van de personenbelasting dat betrekking heeft op de vrijgestelde inkomsten.

Het vrijgesteld buitenlands inkomen is dus niet aan belasting onderworpen, maar het wordt wel in rekening gebracht om het tarief te bepalen dat van toepassing is op de inkomsten die wél belastbaar zijn.

Aanvullende gemeentebelasting

Een volgend element dat velen wel eens durven vergeten maar ook in internationale situaties een belangrijke invloed kan hebben op uw te betalen belasting in België zijn de aanvullende gemeentebelastingen. Dit is een belasting op een belasting (‘opcentiemen’) en wordt meer bepaald berekend op de totaal door u te betalen personenbelasting. De gemeenten zijn zelf bevoegd om het percentage van hun gemeentebelasting te bepalen waardoor dit sterk kan verschillen. Het gemiddelde tarief schommelt meestal rond de 7% - 8% maar er zijn bijvoorbeeld een aantal kustgemeentes (zoals De Panne) die 0% hanteren of andere gemeenten (zoals Mesen) die een hoger percentage hanteren, nl. 9%.

Wanneer een inkomen op basis van een dubbelbelastingverdrag moet worden vrijgesteld in België denkt u mogelijks dat België hier geen gemeentelijke opcentiemen meer op zal heffen. België heeft echter bij sommige dubbelbelastingverdragen opgenomen dat, in geval België bepaalde inkomsten moet vrijstellen ingevolge een verdrag, deze inkomsten toch in aanmerking zullen worden genomen om de aanvullende gemeentebelasting te berekenen. Deze aanvullende gemeentebelastingen worden berekend op de fictieve belasting die in België verschuldigd zou zijn, indien deze inkomsten niet waren vrijgesteld in België. Voor deze berekening doet België dus eigenlijk alsof deze vrijstelling niet wordt toegepast op de buitenlandse inkomsten.

Dergelijke regeling werd bijvoorbeeld opgenomen in de verdragen met Nederland, Frankrijk, San Marino, Singapore, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en China.

Stel: meneer X is een Belgische rijksinwoner en woont in Leuven. Hij werkt echter in Zwitserland en verdient in totaal € 10.000 per jaar aan Zwitserse beroepsinkomsten. Daarnaast ontvangt hij ook € 10.000 aan Zwitsers roerend inkomen. De Zwitserse beroepsinkomsten moeten ingevolge het dubbelbelastingverdrag met Zwitserland worden vrijgesteld in België. Voor de Zwitserse roerende inkomsten van € 10.000 geldt er een gedeelde belastingbevoegdheid. Zwitserland heeft hier reeds de nodige bronbelasting op ingehouden. België is ook bevoegd om dit roerend inkomen te belasten.

Als inwoner van Leuven is meneer X bovendien jaarlijks 6,7% gemeentebelasting verschuldigd. Dit percentage wordt berekend op de fictieve belasting die in België verschuldigd zou zijn, indien deze Zwitserse inkomsten niet waren vrijgesteld in België.

Bovenstaande toelichting maakt duidelijk dat in de gevallen waarin België aan u (als Belgische rijksinwoner) op basis van dubbelbelastingverdragen een vrijstelling moet verlenen met betrekking tot bepaalde buitenlandse inkomsten, de Belgische fiscus alsnog aan uw deur komt kloppen om niet alle inkomsten verloren te zien gaan voor de Belgische schatkist. Zo zal de vrijstelling met progressievoorbehoud ervoor zorgen dat er deels een hoger progressieve aanslagvoet van toepassing zal zijn op uw overige (niet vrijgestelde) inkomsten. Daarnaast kunnen de aanvullende gemeentebelasting ook leiden tot een hogere te betalen Belgische belasting gezien deze worden berekend op de fictieve belasting die in België verschuldigd zou zijn, indien deze inkomsten niet waren vrijgesteld in België.

Meer info: ey.com

Auteur:
Jo Wolters, Natacha Vander Borght, Kim Verhaeghe, Nathalie Van Diest