Overslaan en naar de inhoud gaan
x
NTC Boekarest

Wat met je roots in het buitenland?

Je staat aan het begin van een groot avontuur, trekt als expat naar het buitenland en neemt partner en kinderen op sleeptouw. Het laatste wat in je hoofd speelt, is een mogelijke terugkeer. Bij een vertrek staat een terugkeer als antoniem haaks op de hele onderneming, maar beide zijn echter onlosmakelijk verbonden. Een belangrijke zekerheid die zo’n expatavontuur met zich meebrengt, is dat er weinig zekerheden zijn, maar dat een terugkeer naar het thuisland best niet als verre toekomstmuziek op de achtergrond speelt, maar als mogelijke optie behandeld moet worden. Niet in het minst voor de meereizende kroost.

De Nederlandse Taal- en Cultuurschool ‘De Trekvogel’ in Boekarest is een van de talrijke initiatieven die ernaar streven Nederlandstalige kinderen in het buitenland de nodige vorming aan te bieden die noodzakelijk is voor een aansluiting bij het reguliere onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Jan Struys, directeur en hoofdonderwijzer bij de NTC-school in Boekarest, onderstreept het belang van het behoud van de moedertaal in het grote plaatje van onderwijs in het thuisland en zet zijn decennialange ervaring als meester Jan in het Vlaamse onderwijs in om dit project te leiden in Boekarest.

“Het doel van onze school in Boekarest, en van de hele NOB-scholengroep (stichting Nederlands onderwijs in het buitenland), is onze leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op een aansluiting op het Nederlandse of Vlaamse onderwijs en op een terugkeer naar hun geboorteland”, getuigt Jan. Een belangrijk facet van een succesvolle instroom in het reguliere Nederlandstalige onderwijs is de kennis van het Nederlands op peil houden. Om die reden sluit de leerstof van de NTC-school nauw aan bij het curriculum van het onderwijs in Vlaanderen en Nederland. “Onze school valt onder het inspectiegebied van het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en is lid van de NOB. We worden dus regelmatig gecontroleerd en zetten de kwaliteit van ons onderwijs voorop.”

Jaarlijks wordt er verder een NTC-vorming georganiseerd, waar actuele onderwijsontwikkelingen tijdens NOB Bijscholingen worden vertaald naar de onderwijspraktijk in het buitenland. “Daar heb ik dan de kans om collega’s wereldwijd te ontmoeten en van gedachten te wisselen”, duidt de onderwijzer.

Thuis in Boekarest

Jan kwam zelf in het najaar van 2008 in Boekerest terecht. “In juli 2008 voelde ik de nood om België even te ontvluchten. Ik maakte het schooljaar af als onderwijzer in een lagere school in Leuven, waar ik al 20 jaar werkte, en landde via enkele omzwervingen in Boekarest. Na een paar weken in de stad te verblijven, kwam ik in contact met Nederlandse ouders die al jaren op zoek waren naar een leraar Nederlands voor hun kinderen. Deze mensen waren zo blij dat er eindelijk een antwoord kwam op hun vraag, dat we meteen gingen samenzitten om te bekijken hoe we ter plaatse een Nederlandse Taal- en Cultuurschool konden opzetten.”

In januari 2009 viel de beslissing om de NTC-school te starten op twee locaties met 22 leerlingen. De rest van dat schooljaar groeide het leerlingenaantal aan tot 33 kinderen en werd, na een heuse papierberg te doorworstelen, de aansluiting bij de overkoepelende NOB een feit. Het tweede schooljaar groeide de NTC tot 48 kinderen op drie locaties. Op dit moment telt de school 40 leerlingen, geherbergd op een vaste locatie in de Amerikaanse Internationale School van Boekarest (AISB).

Naamsverandering

Omdat ‘NTC-school Boekarest’ nogal stroef bekt, zochten Jan en zijn achterban naar een andere naam. “Het idee viel ons te binnen om een wedstrijd uit te schrijven onder de kinderen om een naam te verzinnen voor de school. Zo zou de school ook helemaal ‘hun’ school worden. De winnaar en de nieuwe naam werden bekendgemaakt door niemand minder dan Sinterklaas en de school werd omgedoopt tot ‘De Trekvogel’.” Want net zoals trekvogels vliegen expatkinderen van land naar land, aldus de jonge uitvinder. De Trekvogel biedt hen een tijdelijk warm nest aan.

Door zijn ervaring in het onderwijs wordt Jan aangesteld als directeur en leerkracht van de lesgroepen, die lopen van de tweede en derde kleuterklas en het eerste tot zesde leerjaar in Vlaamse termen of van Groep 1 tot en met 8 binnen het Nederlandse systeem. “Dagelijks geef ik van 15u tot 17u45 les aan een groep van ongeveer acht kinderen. Daarnaast organiseren we jaarlijks zes zaterdagactiviteiten van drie uur. In september valt de klimdag, in november bereiden we ons voor op de komst van de Sint en lezen we kinderboeken, in december vieren we het grote Sinterklaasfeest voor alle kinderen die verbonden zijn aan de Nederlandse gemeenschap, in januari maken we een winterwandeling, in maart organiseren we een cultuurdag en in mei sluiten we het jaar af met een kinderstraatfeest”, duidt Jan.

Tijdens de vaste naschoolse lessen ligt de nadruk op het Nederlands. Het curriculum vormt daarbij een aanvulling op het programma van de dagschool. Tijdens de zaterdagen ligt de focus op Nederlandse en Vlaamse cultuurbeleving.

Nederlandstalige gemeenschap

De omvang van de Nederlandstalige gemeenschap in het buitenland kan niemand echt accuraat inschatten, aangezien zowel Belgen als Nederlanders geen meldingsplicht hebben op de ambassades bij een verhuis naar het buitenland. Wat wel uitgesproken blijkt, is dat de meeste ouders van de kinderen die gebruik maken van het NTC-systeem expats zijn. Het NTC-onderwijs wordt wereldwijd in ongeveer 200 scholen aangeboden. “Leerlingen komen in aanmerking voor onze school wanneer het niveau van hun Nederlands voldoende is voor hun leeftijdscategorie of wanneer ze kampen met een achterstand van maximum twee jaar. De nationaliteit van het kind speelt geen rol, voldoet de Nederlandse taalbeheersing dan mag het meedoen. Ik geef bijvoorbeeld les aan Roemeense kinderen die al jaren in Vlaanderen wonen en nu voor een jaartje of twee terug naar Boekarest verhuizen. Zij mogen zeker deelnemen, aangezien ook zij terug zullen instromen in het Vlaamse onderwijssysteem,” legt Jan uit.

Het behoud van de moedertaal in het buitenland zorgt ervoor dat expatkinderen de voeling met hun thuisland behouden. Het is belangrijk dat jongeren weten waar hun wortels liggen, zodat ze een stabiele basis hebben van waaruit ze kunnen groeien, weten met welke cultuur ze nieuwe samenlevingen kunnen vergelijken en een verbinding met hun streek behouden. En het behoud van de moedertaal is een sterk middel om dit te realiseren. “Het beheersen van de moedertaal is naast een verrijking van de culturele identiteit van een kind ook van groot belang voor de opbouw van het zelfvertrouwen waarmee een kind de wereld en de toekomst tegemoet treedt. Daarnaast speelt het beheersen van de moedertaal een cruciale rol in wat misschien wel de belangrijkste vaardigheid is van de hedendaagse mens: communicatie”, aldus de ervaringsdeskundige.

Do try this at home

Het is niet altijd eenvoudig om tijdens de overstap naar een nieuwe omgeving, in een onbekend land met andere gewoonten en een eigen cultuur, meteen de zoektocht naar een ‘vleugje thuis’ in te zetten, maar het belang ervan is onmiskenbaar. Zeker voor meereizende kinderen. Er zijn echter wel enkele stappen die je als ouder kan zetten om de moedertaal en cultuur op een speelse manier in het leven van je kind te houden. “Je kan allereerst het Nederlands als thuistaal behouden. Maar verder dan Nederlands spreken, kan je ook Nederlandstalige televisieprogramma’s bekijken, Nederlandstalige boeken lezen, Skypen met de familie die in het thuisland is achtergebleven. Voor jonge kinderen zijn deze maatregelen voldoende om de moedertaal te onderhouden, maar vanaf het moment dat ze schoollopen neemt de schooltaal het razendsnel over omdat de ‘zendtijd’ van de moedertaal in grote blokken afneemt. Bovendien is het taalaanbod in de schooltaal van een andere orde. Kinderen leren lezen en schrijven en het taalgebruik is gekoppeld aan abstracte onderwerpen, zoals aardrijkskunde, biologie en geschiedenis. Aanvullend moedertaalonderwijs wordt vanaf dat moment dan ook een enorme meerwaarde”, geeft de onderwijzer nog even mee.

Info: www.ntcboekarest.nl en www.aisb.ro

Auteur:
Josine Buggenhout