Column: Van het Flamländska naar het Värmlandska
Rasmus lacht als ik zeg dat hij duidelijk Zweeds moeten praten in plaats van het ‘Värmlandska’, het dialect van de streek. “Our English is not so good, we would like it very much if you can speak Swedish” zegt hij wat verlegen.
Ik werk nu sinds november bij Guterud Lantbruk AB, in onze nieuwe gemeente Långserud, niet ver van de Noorse grens. Het is de grootste melkboerderij in de provincie Värmland. In juli verhuisden we met ons gezin met 2 dochters, 2 paarden, een hond en 2 katten van Klein-Brabant in de provincie Antwerpen naar Zweden. We deden de verhuis, eerst de paarden, dan de meubels en de rest van de dieren en gezin, helemaal zelf.
Rasmus is de zoon van één van de eigenaars en vroeg of ik het zag zitten om een extra dag in de week te werken. Het moet nu net lukken dat ik mij een paar dagen eerder aanmeldde voor een online cursus “Svenska för Invandrare” (immigranten) via de Folksuniversitetet in Karlstad.
Avondonderwijs kan daar ook, maar twee avonden per week 100 kilometer op en af naar Karlstad rijden, zie ik niet zitten. We hebben maar één auto en het vereist nu al aardig wat planning iedereen op zijn juiste plek te brengen en terug op te halen. Zonder auto ben je hier weinig of niets. Niet dat de afstanden hier zo gigantisch zijn (school, werk en het kantoor dat mijn man huurt zijn allemaal binnen een straal van 10 km) maar de (winter)wegen zijn hier niet zoals in België. Fietsers zijn hier een rariteit, er is geen straatverlichting maar wel gladde hellende grindwegen.
De enige echte moeilijkheid die we ervaren na onze verhuis, is de taal. Na 7 maanden begrijpen we veel maar praten blijft moeilijk en we nemen onze toevlucht snel tot het Engels. Het voelt soms wat stroef op het werk, niet iedereen is comfortabel met Engels en ik ben er van overtuigd dat taal een barrière vormt om connectie te maken.
Het vooruitzicht om snel werk te vinden na onze verhuis, leek me, zonder specifieke diploma’s en zonder Zweeds te kunnen, eerder somber. Ik contacteerde Guterud via hun Facebookpagina eind september en kon na een paar weken al kennis komen maken. Na een intense testweek kon ik starten met een proefcontract van 6 maanden. Blij dat ik was! Na 3 maanden in Zweden had ik een job - zonder Zweeds te kunnen.
Uitgerekend op de tiende verjaardag van ons jongste dochter kon ik officieel starten. Ik kan me inbeelden dat dit soort werk niet voor iedereen is. De koeienmest is overal, de geur hangt in mijn kleren en haar, het is pittig fysiek werk en je bent zeer vatbaar voor blessures. Vaal is het trekken en sleuren met ijzeren staven en hekken.
Koeien melken, verzorgen, verplaatsen, kalveren voeden met een sonde – ik deed het allemaal voor de eerste keer. Als paardeneigenaar ben ik gelukkig al wat fysiek werk gewoon. En stilzitten is niets voor mij. Het vertrouwen langs hun kant kwam snel. Met de kerstperiode draaide ik voor de eerste keer alleen een shift. 340 koeien en ik!
Rasmus en ik komen overeen dat ik wat extra uren doe op elke ‘varändra onsdag’ (om de twee weken op woensdag). Dan komt Malou, die op haar twaalfde met haar familie van Nederland naar Zweden verhuisde, de vruchtbaarheids- en drachtigheidsonderzoeken doen.
Ik mag assisteren en met haar gezellig in het Nederlands babbelen. Dan staan ze allemaal onbegrijpend naar ons te kijken en dan lach ik: “Now you know how I feel!”. Nog even en ik laat het Engels volledig los. Ik kijk ernaar uit om Zweeds te kunnen praten met mijn nieuwe collega’s!